Borstreconstructie
Een borstamputatie of borstsparende tumorresectie is een ingrijpend gebeuren en kan een grote impact hebben op je emotioneel welzijn. Er bestaan verschillende technieken om een borstreconstructie uit te voeren.
De meest geschikte techniek of het meest geschikte tijdstip wordt uitvoerig besproken op de raadpleging.
Onmiddellijke reconstructie
Bij een onmiddellijke reconstructie wordt er een nieuwe borst gevormd meteen na de amputatie. Niet iedereen komt hiervoor in aanmerking. Veel hangt af van het type en de grootte van de tumor. Ook als je een nabehandeling nodig hebt, is een reconstructie niet wenselijk. De uiteindelijke beslissing wordt op voorhand in team genomen in samenspraak met je borstchirurg, gynaecoloog en oncoloog.
Laattijdige reconstructie
De meeste vrouwen komen in aanmerking voor een reconstructie op een later tijdstip dan de amputatie, omdat er soms bestraling en/of chemotherapie nodig zijn. In dat geval wacht men doorgaans een vier- tot zestal maanden, zodat weefsels en littekens voldoende tijd hebben om tot rust te komen.
Types borstreconstructies
Er bestaan diverse types van borstreconstructies. Over het algemeen kan je ze opsplitsen in twee grote groepen:
- reconstructies met niet-lichaamseigen weefsel (borstimplantaat)
- reconstructies met enkel lichaamseigen weefsel (autoloog weefsel)
Na de eerste grotere operatie zijn er vaak meerdere kleine ingrepen nodig, ongeacht de aard van de reconstructie. Tijdens een tweede fase is het bijvoorbeeld mogelijk om je niet-geopereerde borst aan te passen aan de gereconstrueerde borst. Meestal gaat het dan om een lifting of verkleining. Daarbij streven we altijd naar een zo groot mogelijke symmetrie in de beha.
In een derde fase gebeurt de reconstructie van de tepel. De aanpassing van het tepelhoedje is een kleine ingreep onder lokale verdoving. Na de genezing kan je vervolgens een tepelhoftatoeage laten zetten als finale stap.