Borsten bestaan hoofdzakelijk uit klier- en vetweefsel. Klierweefsel is doorgaans vrij hard en stevig, vetweefsel voelt zachter en soepeler aan. Beide componenten kunnen doorheen de jaren veranderen, wat een invloed heeft op het uitzicht van de borsten. Klierweefsel bijvoorbeeld evolueert tijdens de puberteit, zwangerschap, borstvoeding en na de menopauze. Vetweefsel wordt dan weer beïnvloed door gewichtsveranderingen. Naarmate men ouder wordt, zal het klierweefsel geleidelijk aan vervangen worden door vetweefsel. Het gevolg is dat de borsten slapper worden en uitzakken, mede onder invloed van de zwaartekracht.